Simpson bay, zondag 8 April De overtocht van Gaudeloupe naar St. Maarten is geweldig. Zo moet zeilen zijn. Het is een prachtige nacht, waarin links en rechts de lichtjes van de verschillende eilanden langsdrijven: Montserrat, Antigua, Barbuda, Nevis, St. Kitts, St. Eustatius, Saba, en St. Barths. We zijn net te ver van Montserrat om de resultaten van de vulcaanuitbarsting van 10 jaar geleden te zien. De berg schijnt nu weer op springen te staan, maar de wolken verstoppen het vuurwerk dat je zo af en toe 's nachts kunt zien. Een bakstagkoers en 15-20 knopen wind stuwen ons rap maar relaxed naar St. Maarten: we zijn weer in Nederland!... dachten we. St. Maarten heeft, op de dropjes in de supermarkt na, weinig met Nederland te maken. Overal pick up trucks, casino's, neonreclames, niemand spreekt Nederlands, ook de douane niet, ze betalen met dollars en zelfs de stopcontacten zijn Amerikaans. Koninginnedag doen ze al helemaal niet aan, daarvoor moet je op Statia zijn. Inklaren in "eigen land" was ingewikkelder dan overal anders. Maar het eiland is wel een zeilersparadijs. Via een brug, die een paar keer per dag open gaat, kun je de Lagoon in: een vrij groot zoutwater binnenmeer. Om de lagoon heen zijn de meest uiteenlopende voorzieningen voor jachten. Het eiland richt zich op superjachten, dus je kijkt je ogen uit naar die enorme lurpen. Een van de volvo ocean boten, de ABN AMRO, van 70 voet lang is hier een klein bootje. En wij zijn 36 voet...Om die jachten op orde te houden wemelt het van de mannetjes in strakke witte pakjes, die de hele dag aan het poetsen en knutselen zijn. En natuurlijk wemelt het van de winkels en reparatieshops waar je alles maar dan ook alles kunt krijgen voor iedere boot. Wij eenvoudige cruisers profiteren daar ook van mee. Rond borreltijd landt er een KLM vliegtuig zo ongeveer naast de boot. En daaruit komen Zilla en Erwin, die de komende 2 weken met ons meekomen. We vertrekken met hen eerst naar de Franse kant van St. Maarten. Eerst uitklaren aan de Nederlandse kant en twee uur later weer inklaren aan de Franse kant, in Marigot. De volgende dag schuiven we een baaitje op naar Grand Case.
Grand Case, St. Martin, donderdag 12 april 2007 Een prachtige baai, met een enorm lang strand, waar verbazend weinig boten liggen. We snorkelen bij Rochée Creole, waar heel veel vis zit. De seargent majors eten zowat uit je hand. Als je wat te eten bij je hebt. Ze blijken hier vaak gevoerd te worden, waardoor de visjes met veel nieuwsgierigheid op iedere snorkelaar afzwemmen. Fantastisch om zo midden in een school te zitten. Erwin maakt er een sport van om naar het strand te zwemmen. Goed idee denkt de rest later, en op een van deze tochten komen we weer een enorme barracuda tegen. Ze "hangen" bewegingsloos in het water. Over buoyancy hoef je deze beesten niets te leren. Het is volkomen duidelijk dat ze totaal niet onder de indruk zijn van langszwemmende snorkelaars. Als je geluk hebt krijg je "de grijns" en kun je een indrukwekkende rij tanden bewonderen. Maar ook onder de boot zelf zit veel vis, inclusief Barry, onze eigen barracuda. Barry blijft de hele dag braaf onder de Wateraap hangen en vindt het wel best dat wij hem met nieuwsgierige ogen komen bekijken. De rest van de school vis onder boot is, naar wij mogen aannemen, iets minder gecharmeerd. Grand Case kent ook actie aan land: het is het culinair centrum van St. Martin, dus daar willen we uit eten. We belanden in Le Ti Provencial, waar "de kok van het jaar 2006" de scepter zwaait. We eten de vissen die we vanmiddag met het snorkelen hebben gezien: Koffervis en Papagaaivis. Voortreffelijk. Road Bay, Anguilla, zondag 15 april 2007 Het waait weer pittig op het tochtje naar Anguilla. Het eerste stuk is voor de wind, maar dan moet je de hoek om. Dus het laatste stuk is weer beuken tegen de wind in. Daarna ankeren en inklaren in Road Bay. Je moet hier betalen om in de baaien te mogen ankeren. De commercie is ver doorgedrongen, alhoewel nog niet helemaal tot de dames achter de bureau's die de centen moeten innen. Ze begrijpen zelf nog minder van het systeem dan wij. Erwin krijgt eindelijk waar hij eigenlijk voor gekomen was: een schilpad in zicht. Da's mooi, die heeft hij binnen. De volgende dag gaan we naar het onderwaterpark in Little bay en Crocus bay, om - hoe kan het ook anders - te snorkelen. Ook daar is het onderwaterleven bevredigend en ook boven water worden we verwend met stijle kliffen die dramatisch in kleine idyllische strandjes eindigen. Helaas gaat Anguilla integraal aan Sylvia voorbij omdat ze griep krijgt. De Dominicaanse griep heeft toegeslagen, en het hoestje zal nog weken duren. Tja, ook in de tropen kun je koortsig in je bedje liggen. De boathandling en ankermanoeuvres komen nu ook bij de gasten te liggen. Erwin sleurt aan het anker en Zilla stuurt de boot. Zo werkt je de crew wel snel in!
Simpson Bay Lagoon, St. Maarten, donderdag 19 april 2007
Het afscheid verloopt wat rommelig, omdat we op deze laatste dag ook de kant op gaan voor onderhoud. We staan op een strategische plek op de kant, namelijk bij een van de grote scheepswinkels. Iedereen komt hier met zijn dinghy aan om boodschappen te doen. Binnen de kortste keren weet de hele Nederlandse bootkolonie dat wij daar staan. Zo komen we vele boaties tegen, waarvan we er sommigen al maanden niet meer gezien hadden, zoals de Lientoo en de Klef. Iedereen verzamelt zich zolangzamerhand op St. Maarten om zich voor te bereiden op de oversteek naar Bermuda of de Azoren. De eerste vraag van mensen is dan ook niet "hoe gaat het" maar "wanneer gaan jullie".
Comments