Licht appartement. Na een jaar wonen in een donker interieur – veel teak en weinig raam – snakten we naar licht. Dat is veel prettiger om langere tijd in te verblijven en je ziet wat meer van de baai om je heen. De nieuwe boot kreeg dus grote ramen. Alles zo transparant mogelijk, dus niet dat zonwerende bruine perspex. Licht!
Onze boot
Na ons vorige rondje Atlantic zaten we vol met ideeën hoe een ideale boot eruit zou moeten zien. Die boot zijn we gaan bouwen. Het heeft wat voeten in de aarde gehad, maar over het uiteindeljke resultaat zijn we erg tevreden. Neem hier een kijkje en stap virtueel aan boord.
Waar te beginnen na een bouwproces van een slordige vijf jaar? Wat waren de wensen? Misschien was de eerste dat het een stevige boot moest zijn. In ons geval lekker stevig alu, want dan wordt het niet te zwaar. Niet een al te grote boot, zodat het op de hand te bedienen blijft. In een vliegende storm wordt het ineens erg interessant als je wat makkelijker een zeil kunt weghalen. Voor ons ligt de grens dan een beetje rond de 12m.
Vlak daar achteraan kwam de wens om droog te kunnen vallen, zonder veel aan zeileigenschappen in te leveren. We kwamen uit op een Berckemeyer 40, ontworpen door Martin Menzner, aangepast aan onze wensen. De boot heeft een geballast midzwaard. Met zwaard omhoog kan ze rustig op haar buikje liggen (zoals hierboven) en met zwaard naar beneden kom je rechtop scherp aan de wind.
Goede zeileigenschappen en een makkelijk hanteerbaar tuig stonden ook hoog op de prioriteitenlijst. Door de moderne rompvorm (rechte boeg, romp in vleugelvorm, brede achterkant) ligt de boot erg rustig in het water. Een rif kan bijna helemaal vanuit de kuip gezet worden en er zijn twee rolfokken, zodat zeilwissels op het voordek in een bokkige zee tot het verleden behoren. Tot slot is gekozen voor een halfwinder (ook op roller) en niet een spi. Voor de wind heb je iets minder zeil staan, maar je kunt bij lichte wind wel behoorlijk aan de wind komen en voortgang houden. En je hoeft geen boom meer te zetten op een wiebelend voordek. Tot slot moest er een zwemplatform komen. Niet alleen veilig als je iemand uit het water zou moeten vissen, maar ook erg handig als je boodschappen uit je bijboot moet tillen.
Binnen waan je je in een modern loft. Veel wit, gecombineerd met licht Amerikaans eiken. In het midden een kookeiland (om de kielkast te maskeren), een uiterst ruime voorkajuit, een achterbed van 2.20m, een kaartentafel waar we tegelijkertijd aan kunnen zitten en werken en een schuur voor alle spullen die je op een lange reis wilt meenemen. En in tegenstelling tot vorige keer een ijskast die echt werkt en een douche!
De boot is ingericht op lange afstanden varen. Comfort onderweg is daarbij belangrijk. De kuip is zeer ruim en de vaste buiskap biedt heerlijke bescherming bij zwaar weer. De dieseltank is 4x zo groot en de watertanks 2x groter dan op de vorige boot. Er komt een watermaker. En de ssb radio komt weer aan boord.
Een licht, goedzeilend appartement...
Wat hebben we deze keer anders gedaan? We maakten de volgende keuzen:
Rothéneuf, Bretagne
Comfortabel in zeegang. Waar we bij onze oude boot minder enthousiast over waren, was de bewegelijkheid. Slaan op golven kon ze als de beste. En een zeetje staat er op groot water nu eenmaal vaak. Dat is oncomfortabel, haalt de snelheid uit de boot, de wind uit de zeilen, en is bovendien zwaar voor het tuig. We zochten naar een zo stabiel mogelijk ontwerp. Niet alleen voor slaan tegen golven in, maar ook minder rollen op ruime koersen. We kozen voor een delta-vorm. Het punt waar de boot om draait, ligt bij een deltavorm verder naar achteren, wat het stampen reduceert. Het bredere achterschip zorgt voor vormstabiliteit als de golven van opzij komen. Na zes seizoenen kunnen we zeggen: het werkt. Onze nieuwe boot, de Wateraap 3, stampt vrijwel nooit. Het gedrag in zeegang is heerlijk stabiel, waardoor wijzelf er ook een stuk blijer uitzien.
Blijven zeilen in zeegang. Bijkomend voordeel van een stabielere boot is dat je zeil langer blijft staan, waardoor je langer kunt blijven zeilen als er een zeegang staat. Wij typeren zeilen op groot als volgt. Je hebt een fase waarin de wind zich opbouwt en de golven nog klein zijn. Deze fase brengt heerlijk zeilen. Later komt er onvermijdelijk een fase waarin de wind afneemt, maar de zee nog een tijdje doorstaat. De Engelsen noemen dat een ‘left-over sea’. De combinatie weinig winddruk en hoge golven is geen gelukkige. Ons (oude) grootzeil kon enorme klappen maken; het enige dat dan overblijft is het strijken van het zeil. En wij blijven nu juist graag zeilen, in plaats van de motor te moeten aanzetten. Onze nieuwe rompvorm helpt daarbij. Maar ook het grootzeil zelf werd aangepast. Ons nieuwe grootzeil is volledig doorgelat. Dat maakt het zeil feestelijk stabiel. Een mooie demonstratie daarvan kregen we toen de harp van de grootschoot losschoot: zonder grootschoot richtte het doorgelatte zeil zich rustig op de wind en… zeilden we gewoon door. Geen enkel geklapper bij de staande 20kt wind. De grootschoot konden we rustig weer monteren.
Blijven zeilen bij weinig wind. Weinig wind komt eigenlijk best vaak voor. Je vertrekt typisch pas als het weerbericht goed is. ‘Beter mooi weer met weinig wind, dan door een front heen’, is een gedachte die snel opkomt. Ook dan willen we zo lang mogelijk blijven zeilen. Het nieuwe grootzeil is van boven uitgebouwd, daar waar de meeste wind staat. Het verschil met de vorige boot (weinig zeil hoog in de mast) is opmerkelijk. Soms voel je nauwelijks wind aan dek, terwijl de boot als door magie voortzweeft. Fluisterzeilen! Heel geschikt voor dat weertype is onze halfwinder, die in plaats van de spinnaker kwam. Daarmee kom je aanzienlijk dichter bij de wind. Dat vergroot de mogelijke koersen die je kunt aanhouden.
Sterk materiaal. Je bent kwetsbaar op de oceaan, dat merk je als er iets misgaat. Een aantal ervaringen heeft ons de beperkingen van polyester laten zien. Zo brak er bij ons een trekstang midden op de oceaan. Het polyester dek ging bij de verstaging een paar centimeter op en neer. Gelukkig konden we daar snel een oplossing voor vinden; de mast is blijven staan. Aluminium is sterker en voor ons daarmee een betere keuze dan polyester, terwijl het licht genoeg blijft om snel te zeilen. In het geval je een rif of een container raakt heb je aanzienlijk meer marge.
Specificaties:
LOA: 11.99 m
LWL: 11.25
Breedte: 4 m
Gewicht: 9 ton
Diepgang: variabel 0.80-2.50 m
Zeilopp grootzeil: 50 m2
Zeilopp Fok: 38 m2
Zeilopp kotterfok: 17 m2
Zeilopp Halfwinder: 90 m2
Masthoogte vanaf water: 17.92 m
Droogvallen. Dat misten we tijdens ons eerste rondje. Veel charmante haventjes lieten we links liggen. In plaats daarvan waren we vaak te vinden in diepe maar ongezellige jachthavens. Onze nieuwe boot heeft een midzwaard. Op hard zand staat ze op ingeklapt zwaard en de buitenste roeren. Ook hier mocht de wens om droog te vallen niet ten nadele zijn van de zeilprestaties. Die bleven uitstekend. Het zwaard is geballast en met zwaard neer zeilt ze rechtop en scherp aan de wind. Ander voordeel van je zwaard kunnen ophalen: er is altijd wel een plekje in volle ankerbaaien. Je gaat gewoon daar liggen waar het voor anderen te ondiep is.
Hanteerbaar tuig. Op de oude boot hadden we veel werk op het voordek. Zeilen binnenhalen of spelen met een spi-boom van meer dan vijf meter is best leuk, maar op zee werd dat anders. Bij zeegang kan werken aan dek best gevaarlijk zijn, dat beperken we graag tot een minimum. Onze nieuwe boot heeft een kleine voordriehoek en een groot grootzeil. De fok (105%) staat op een roller. De fok kan lang blijven staan, we reven voornamelijk met het grootzeil. Het grootzeil is doorgelat, dus het strijkt en reeft rustig. Het reven gaat gemakkelijk, zelfs in zeegang. Je moet daarvoor nog wel naar de mast, maar omdat het zeil niet klappert gaat dat snel. Voor wind vanaf zes Beaufort hebben we een kotterfok op een roller. De kotterfok is wegneembaar om sneller overstag te kunnen gaan, zodat we op binnenwater sportief kunnen blijven opkruisen. Ten slotte is er een halfwinder om voortgang te houden bij weinig wind. Deze staat ook op een roller en is daardoor eenvoudig binnen te halen en te zetten. Het zetten is zo gemakkelijk dat we dit lichtweerzeil vaak voeren. Komt er wat meer wind, dan rollen we ‘m gewoon even weg.
Eenvoud. Alles gaat kapot. Als we er ons logboek op naslaan, dan zijn dingen die herstel vergen aan de orde van de dag. In een rondje Atlantic draai je er qua mijlen 10 zeilseizoenen doorheen, en dat ook nog eens op volle zee. Niet raar dat er veel kapot gaat dus. De filosofie voor de nieuwe boot is dan ook: eenvoud waar het kan. Dat geldt voor het elektrisch systeem, voor het watersysteem en voor apparatuur aan boord. Dat wil niet zeggen dat ieder comfort geschuwd wordt - we houden van koude witte wijn en willen ook eindelijk wel eens een korte douche kunnen nemen. Wel denken we bij iedere wens na wat de eenvoudigste manier zou zijn. De meeste systemen in ons nieuwe schip leggen we zelf aan. Met oog op toekomstige panne weet je dan precies hoe het in elkaar zit. Op onze vorige boot waren we bij ieder probleem eerst aan het uitvinden hoe de vork in de steel zat.
Vaste, diepe buiskap. Beschut kunnen zitten in de kuip is voor ons essentieel. De vorige boot had een stoffen kap, die zelfs in de carieb maar zelden naar beneden ging. Op zee, als je met slecht weer aan dek moet blijven, bepaalt de buiskap hoe lang je het uithoudt. Onder onze vorige buiskap konden we niet goed wegkruipen en een golf had hij niet overleeft. De nieuwe boot krijgt een vaste, stevige kap, die beschutting biedt en een zeetje kan hebben.
Breder bed. Je bed moet natuurlijk comfortabel zijn als je er een jaar op gaat slapen. Op onze oude boot sliepen we het liefst in de voorpiek, dat was koeler. Gek genoeg hadden we op kniehoogte te weinig ruimte, iets dat op veel boten voorkomt. Voor een weekje gaat dat wel, maar niet als je er een jaar in moet slapen. Omdat we wilden slapen in de voorpiek is het ontwerp aangepast en de boot aan de voorkant boven de waterlijn iets breder getekend. In plaats van een schot hielden we de toegang naar de voorpiek open. We plaatsten klapdeurtjes: dat houdt de boot heel ruimtelijk.
Grote kaartentafel. We zaten in de praktijk heel vaak samen achter de kaartentafel. Bijvoorbeeld om de tochtplanning doen of naar het weer te kijken. Een van ons kon zitten, de ander ‘mocht’ dan staan. Niet ideaal. Ook willen we beiden tegelijk aan een bureau kunnen werken. Daar hoort een hele ruime kaartentafel bij. Na een test in het eerste seizoen werd de kaartentafel in de lengte geplaatst, met twee aparte zitjes ervoor. Werkt ook onder zeil als je schuin ligt.
Groot berghok. Op onze vorige boot hadden we een diepe bakskist, wat erg onhandig is voor zware spullen. Voor fietsen was er te weinig ruimte. Op onze nieuwe boot is één van de achterkajuiten opgeofferd om als berghok te dienen. Die is met een gewone deur toegankelijk, maar ook als bakskist via de kuip. Zo kun je daar al die extra spullen kwijt voor onderweg: bijboot, buitenboordmotor, fietsen, zeilen, gereedschap.