top of page
  • Pascal Maas

Rio Guadiana



19 oktober 2022 We zijn op weg het land in. De wind komt uit het zuiden en is zwak. Onze tocht de rivier op gaat noordwaarts. Er kan dus worden gezeild! Daar was niet op gerekend. In plaats van tegen vier uur te moeten motoren, duwt de laatste vloedstroom en het beetje wind ons loom de rivier op.


Het wordt een soort sportief plassenzeilen. Golven zijn er niet. Telkens als de rivier een bocht maakt, moet er gegijpt worden. De rivier zelf loopt door een laag berglandschap. De bergen doen de wind draaien en soms versnellen. De wind varieert van bijna niets tot een knoop of twintig. Een onverwachte winddraaing brengt de giek met een klap over. Beetje blijven opletten, we zeilen met de touwtjes in de handen.



Het landschap is groen-dor: veel bomen, maar ook veel kale aarde er tussen. En het regent, heel herkenbaar voor plassenzeilen in Nederland, maar voor Zuid-Portugal toch enigszinds buiten karakter. Hoe dan ook, het is genieten. Het is nog steeds 25 graden en de boot kan wel wat ontzouting gebruiken.


Tijdens de hele tocht naar het noorden komen we slechts een enkele andere boot tegen. Verder de rivier op worden de boten echter talrijker. Heel wat boten, vaak met buitenlandse vlag, zien er uit alsof ze hier al een tijd aan een boei of in het riet liggen. Ze slaan wat groenig uit of zitten onder de roest, of een spannende combinatie van beiden. Plastic zeiltjes zijn gespannen om de zon buiten te houden. De originele wijze waarop zonnecellen zijn gemonteerd, duidt erop dat deze boten lange tijd de zee niet gezien hebben. Verder heerst er rust en kalmte, er is niemand te zien.


We worden er een beetje melancholisch van. Zin in onderhoud is er duidelijk niet, of zou het zijn uit geldgebrek? Is men ooit, jaren geleden, vertrokken met een avontuur voor ogen en nu gestrand in een rivier in het zuiden van Europa? Of heeft men de boot moeten achtergelaten om nooit meer terug te keren, en moet het bootje het nu helemaal alleen zien te redden?



De middag vordert intussen al aardig. Als de wind uiteindelijk op is en de stroom te veel tegen gaat staan, zoeken we een ankerplek in een rustige rivierbocht. We hebben het rijk voor ons alleen. Buiten landgeur en het geluid van krekels. Binnen het getik van regen op het dak. Nu eerst maar eens een verlate lunch van eieren met spek. We zijn vanaf 7 uur vanochtend in touw, en happen is er nog niet van gekomen.


20 oktober 2022 We schuiven wat mijlen op naar Alcoutím, deze ochtend. Alcoutím is een centrum van activiteit als het gaat om bezoekende jachten, best grappig zo ver het land in. Je kunt kiezen voor de Portugese of de Spaanse kant. Beiden hebben een ruime steiger die inderdaad bomvol liggen met jachten. Sportievelingen ankeren natuurlijk. We vinden een prachtige plek op roeiafstand van beide stadjes, waar gek genoeg niemand ligt. Da’s verdacht, want goede ankerplekken raken snel gevuld. Liggen we hier in de weg van een ferry, of is er iets bijzonders met de ankergrond? We kijken elkaar aan en halen de schouders op. We gaan het wel zien.


Het plan is hier een paar daagjes te liggen. Haast hebben we niet, dus misschien niet vreemd dat we af en toe een uurtje lijken te missen. Dat blijkt echter aan onze telefoons te liggen. We liggen op de grensrivier tussen Spanje en Portugal. Kiezen is dus lastig voor de arme smart phones. Naast ons regelmatig ‘welkom in Spanje/Portugal’ te heten, veranderd dat ook automatisch de tijd. Dat is snel veranderd: we kiezen voor Portugal.



Onder grijze wolken en droevige regen roeien we naar de wal. De Spaanse kant biedt druilerige slaperigheid. We vinden een kleine alimentacíon waar brood en wat groenten worden gevonden. Daarna roeien we naar Portugal.


We maken een kletsje met een Nederlandse boot die hier al een tijdje rondvaart. We krijgen de tip dat er aan de Spaanse kant een aardige wandeling is te maken. Leuk, dat bewaren we voor later. Als we het dorpje inlopen is gek genoeg Engels het eerste dat we horen, gevolgd door een terrasje en de nodige biertjes. Het is nog ruim voor twaalven. Het dorpje is best aardig, maar we zijn er snel doorheen. Na het kasteeltje beklommen te hebben gaat het weer bootwaarts.


22 oktober 2022 De Spaanse kant blijkt inderdaad een leuke wandeling te bieden. Een paar uur de benen strekken is nooit een slecht idee als je op een boot leeft. Die loopt door het drooggroene landschap, dan langs een zijtak van de rivier terug naar de ankerplaats waar wij liggen. Het landschap is een mix van rode aarde en bomen, met hier en daar cactussen. De cactussen zijn op dit moment vruchtdragend, en zijn eetbaar. We plukken er wat voor latere consumptie. Ondanks dat we scherp letten op de stekels, eindigt het toch met prik in de vingers.



Aan boord wagen we ons aan de geplukte vruchten. Die zijn prima eetbaar maar ook nogal paars. Het paars van de vruchten is hardnekkig. Paarse vingers, paarse tong. Ons kommetje blijft zelfs nog wekenlang paars, ondanks forse UV-therapie. Ook de vruchten zelf geven trouwens niet snel op. Na twee maanden, inmiddels op Tenerife, is er nog geen bederf zichtbaar.


Na een paar daagjes Alcoutím vinden we het genoeg. Tijd om de slaperigheid te verlaten en de neus weer richting zee te richten. De tocht naar Tenerife staat binnenkort op stapel, waarvoor we tante Lix in Faro eerst moeten gaan oppikken. Anker op, dus!



Logstand: 2.636 nm

bottom of page