top of page
  • Pascal Maas

Morbihan – Île de Ré



Donderdag 16 juni, 2022

We lichten ‘s ochtends het anker bij Ile d’Artz. Een heel prettig baaitje was dit, die ontdek je altijd op ’t laatst. Gisteren een wandeling aan wal gemaakt en de oude getijdemolen bezocht, die hier niet overgeslagen mag worden. Een prima loopje, maar helaas was de molen niet te bezoeken. Het seizoen begint pas in juli.


Het is net vloed geweest, er staat een rustig stroompje mee naar buiten. En er is wat wind. Die was niet beloofd, dus we pakken onze kans. Grootzeil omhoog, fok erbij. In stijl zeilen we naar buiten, door het vaarwater waar de gidsjes van gonzen. De groene Ilur boei, om de Pointe de Penhap – klapper, klapper, 5 knopen stroom, en vervolgens langs de groene Jument boei. De Jument heeft op springtij volgens de kaart negen knopen, wij tellen er nu zes. Vrolijke kolken, prachtige stukken met tegenstroom langs de kanten. Bij Grand Mouton worden we met een rotvaart de golf uitgegooid. Zo moet het echte Morbihan-zeilen zijn, denken we.


Heerlijk naar buiten dobberen de Golfe du Morbihan uit...


Het gaat vlot dus, met een uurtje zijn we buiten. De lekkere wind houdt nog even aan evenals het zeilfeest. Dan doet de wind pas wat de heren van ’t weer voorspelden: inzakken. Het onderwaterzeil gaat weer aan, helaas. Een gevolg van er een planning op na houden, vrezen we. Ondanks dat we ruim een jaar de tijd hebben, is het toch haasten. De komende twee dagen is er weinig wind voorspeld, daarna wordt er 30 knopen in de golf van Biskaje voorspeld. Over twee weekjes krijgen we bezoek in Spanje, dus het is verstandig wat Zuid te maken. Motoren, dan maar.


We passeren een windmolenpark in aanbouw. Een enorm schip met kraan tilt zichzelf op z’n poten uit het water zodat de wieken van de windmolen op de mast gehesen kunnen worden. Voor iedere molen wordt dit herhaald: een hint dat wind op zee een dure oplossing is. Dat besef was al eerder gerijpt, in een poging de vraag te beantwoorden hoe effectief windenergie eigenlijk is gezien het feit dat het – zoals nu – niet altijd waait. Dat verhaal heeft echter al een andere plek: de energietransitie doorgerekend.



De wind komt aan ‘t eind van de middag onverwacht terug. De code zero gaat omhoog, samen met het grootzeil. De diesel zwijgt, het humeur stijgt! Wat uurtjes later trekt de wind verder aan en gaat het snorrend van plezier ineens erg snel.


Zo snel dat onze aankomsttijd bij het einddoel, St. Martin de Ré, de nacht in schuift. Dat is niet handig, want we zijn afhankelijk van het tij om de haven in te komen. In zo’n geval proberen we de boot meestal te vertragen. Ankeren bij aankomst is een andere optie, maar dat is niet altijd haalbaar wegens wind, diepte of ruimte. We zijn te slaperig om dat alles eens goed door te denken, dus we vervangen de code zero door een fok. Daarmee gaat het een knoop langzamer.


Vrijdag 17 juni, 2022

Bij het ochtendgloren wordt St. Martin zichtbaar. Het ziet er opeens heel Romeins uit. Een prachtig vestingstadje met rode daken baadt in het vroege roze-blauwe licht. Hier moet een ander volk wonen: de bouwstijl is veranderd. Daken van leisteen zijn allemaal vervangen door rode dakpannen, muren van grove granieten steen vervangen door pleisterwerk. Het ziet er allemaal wat warmer uit, de blauwe lucht en temperatuur doet daar vrolijk aan mee.



We knopen vroeg in de ochtend vast aan de wachtsteiger, de sluis blijkt nog gesloten. De havenmeester loopt al op de kade, het welkom is vriendelijk. Over een dik uur kunnen we naar binnen.




bottom of page