top of page
Oversteken

Tijdens ons vorige rondje in 2006 hebben we de oceaanoversteken vaak samen met vrienden gedaan. Dat is heel goed bevallen. Allereerst is het heel gezellig. Er is genoeg tijd om elkaar weer beter te leren kennen, tijd genoeg om onderwerpen eens uit te diepen en tijd genoeg om een boek of twee te lezen. Maar het heeft ook een praktische kant. Oceaanzeilen gaat 24x7 door, dag en nacht. Het is een luxe om de wachten te kunnen verdelen. Zeilervaring is niet nodig, wel een avontuurlijke geest en incasseringsvermogen betreffende natte voeten. 

  

Een van ons vriend omschrijft zeilen als ‘de bezigheid waarbij je het nooit te druk hebt, maar er wel altijd wat te doen is’. Dat is eigenlijk niet zo’n gekke omschrijving. Iedere dag heeft zo z’n lome routine. Op vaste tijden wordt het weerbericht uit de lucht gehaald en, indien nodig, de route daarop aangepast. Er wordt gekookt en afgewassen. Af en toe wordt er een zeil gewisseld. Staat er veel zeiloppervlak, dan wordt dat voor de nacht vaak verminderd. Dat voorkomt gehannes op ‘t dek in het donker en gemor van bemanning die daarvoor z’n bed uit moest komen. Ook wordt het logboek bijgehouden, ouderwets op papier, ondanks de tien GPS-en die mee zijn.

De dag wordt qua tijdsindeling bepaald door het wachtsysteem. Een ieder draait om toerbeurt een wacht en is dan verantwoordelijk voor de vaart. Het belangrijkste daarbij is opletten of er verkeer in de buurt is. Voor overige problemen volstaat het om de schipper wakker te maken. Dat werkt prima. We hebben de meeste oversteken, gek genoeg, met onervaren opstappers gedaan.

De indeling van de wachten is bij ons niet rigide. In principe duurt een wacht drie uur. Is er dan nog puf over, dan laten we het volgende bemanningslid nog even liggen. Slaaptijd is goud waard. Wachtdraaien begint na het avondeten, zo tussen 19:00 en 21:00 en loopt door tot zo’n 12:00 ‘s middags de volgende dag, als iedereen weer voldoende is bijgeslapen. ‘s Middags let iedereen tegelijk op (en dan gaat ‘t dus typisch mis). We hechten niet erg aan een vaste indeling van het schema. Als iemand moe is of wel eens een op  ander tijdstip een wacht wil draaien, dan wisselen we gewoon. Vergeet de luisterboeken voor de nachtwacht niet!

Een van de typische aspecten van zo’n oversteek, zeker die in de handelswinden van de tropen, is dat je huis altijd in beweging is. Dat leidt bij ons de eerste twee dagen van een reis tot enige apathie, die gelukkig ook weer overgaat. Wij zijn dan ingeschommeld. Zo vergaat het de meesten. Waar je aan moet wennen is dat wanneer je iets loslaat, je ‘t kwijt bent. Je schrap zetten en het liberaal inzetten van antislipmatten worden routine. Slapen op de golfjes gaat dan gek genoeg weer uitstekend. Je zou zeggen dat je in je bed gaat rollen, maar dat los je in je slaap gewoon op.

Het is dus niet noodzakelijkerwijs altijd comfortabel. Dat geldt in het bijzonder voor slecht weer, dat gelukkig niet zo vaak voorkomt. Een beetje doorzetten hoort er dus bij. De beloning van dit alles is wat ons betreft wel bijzonder: op eigen kiel een ander continent bereiken. Het geeft een heel direct gevoel hoe groot zo’n oceaan eigenlijk is. Je reist met het gangetje van een luie fietser, je doet eigenlijk helemaal niets – dat doet de wind – en toch ben je in twee weken aan de overkant. Aankomen op eigen kiel geeft een vorm van voldoening waar een vliegreis niet aan kan tippen.

Er is genoeg tijd om stil te staan bij kleine dingen. De toenemende mate van vliegende vissen, naarmate je meer naar het zuiden komt. De opwinding als er een aan dek vliegt, en iedereen probeert het beest weer heelhuids overboord te krijgen. Het rode woestijnzand dat ‘s morgens opeens aan dek ligt, terwijl je honderden mijlen van de kust bent. De wedenschap over de dagafstand, die je toch weer wat dichter bij het doel heeft gebracht. Reken maar dat er een we-zijn-halverwege feestje gevierd wordt! Had ik de dolfijnen al genoemd? Geen idee wat die toch leuk vinden aan een boot, maar wij vinden het erg gezellig als ze langskomen. En dan uiteindelijk dat ene moment: Land in zicht! Er zijn misschien verhevener zaken om je druk om te maken, maar het blijft een bijzondere ervaring die wel even meegaat.  

 

Goed dan. Wat zijn de opties? Hieronder volgt een opsomming van alle langere overtochten. Kijk ook in de agenda voor de planning.

IJmuiden - Brest (482 nm, 3-4 dagen). Het kanaal kun je heel goed bezeilen door vaak te stoppen, maar wij willen graag zoveel mogelijk in één keer – ijs en weder dienende – door naar Brest. Er blijft dan meer tijd over voor de golf van Biskaje. Wij vinden het kanaal, varend richting het zuidwesten, vaak een pittige aangelegheid en een goed weerraam is onontbeerlijk. De start wordt dus flexibel gehouden, ergens in mei. Aanmonsteren hiervoor is uitermate overzichtelijk: u stapt op in Nederland. Terugtocht dan ergens vanuit Bretagne/Frankrijk op eigen gelegenheid.

Oversteek Faro, Portugal - Canarische eilanden (544 nm, 4-5 dagen). Deze tocht gaat vanuit Portugal (waarschijnlijk de zuidkant, Faro heeft een vliegveld dus dat is een goede opstapplaats) door naar de Canarische eilanden. Met wat geluk staat begin November de Portugese Noord door, maar het kan ook zijn dat we ons tegen een front moeten opboksen. Hoe dan ook, qua temperatuur is het in elk geval aangenaam zeilen. Een mooi rak. Terugvliegen kan vanuit de Canarische eilanden rechtstreeks op Schiphol.

Oversteek Canaries - Kaap Verden (845 nm, een week). Vertrek vanuit de Canariesovertocht vindt eind November plaats. De handelswind die we hopen op te pikken is minder grillig dan het lagedrukgebiedenweer in het noorden, dus we kunnen het vertrek goed plannen. Het is een kleine week zeilen, waarschijnlijk in goed weer met wat woestijnlucht in de neus. Ook hier kan vliegen rechtstreeks van Schiphol, zowel naar de Canaries als van de Kaap Verden.

 

Oversteek Kaap Verden – Carieb (2160 nm, ruim twee weken). De grote oversteek – twee weken op volle zee. We zitten in de trades, dus het schiet waarschijnlijk lekker op. Eens kijken of we de vorige tijd kunnen verbeteren met de huidige boot.

 

Oversteek Bahamas – Bermuda (805 nm, een week). Volgens sommigen een hele spannende oversteek, want het gaat dwars door de bermudadriehoek. Bijgeloof is op dit rak geen goede eigenschap voor de medezeiler. Wie weet wat we tegen gaan komen? Veel wier en jonge paling? De tocht zelf duurt ongeveer een week. Als de handelswinden doorstaan, zou het halve wind moeten zijn (ZO), misschien een beetje aan de wind. Fris zeilen, dus. Komt er een Atlantisch front over, dan hebben we wind meest van achteren (W-ZW). Het vliegen gaat indirect, dus dat is waarschijnlijk even puzzelen.

Oversteek Bermuda – Azoren (2023nm, ruim twee weken). De bijna grote oversteek – wederom twee weken op volle zee. Het scheelt weinig met de heenweg in de tropen. Het weerbeeld is echter geheel anders. In het zuiden, tussen de Kaap Verden en de Carieb, zorgen de handelswinden voor een betrouwbaar weerbeeld. Nu, terug op de gematigde breedten, is het weer stoeien met Atlantische fronten maar vooral met het Azoren Hoog. Een hoog is vaak onvoorspelbaar. Het daarop proberen te navigeren en te bedenken waar je over een paar dagen het beste zou kunnen zitten gezien het weerbeeld is een leuke bezigheid. Vorige keer hebben we twee dagen gedobberd alvorens we de rand van ‘t hoog weer konden volgen. Heerlijk. Adembenemende sterrrenhemels tijdens de rustige nachtwacht. Vliegen naar Bermuda waarschijnlijk via Londen, uit de Azoren terug via Lissabon.

 

Oversteek Azoren – Kanaal (1125 nm, ruim een week). De laatste tocht. Het idee nu is om de Scilly Isles eens een keer aan te doen, want daar zijn we nog nooit geweest en het schijnt dat daarmee de vrede ondertussen is getekend. Qua weer is er weer van alles te verwachten: van hogedrukzeilen tot Atlantische fronten. De tocht is wat korter, dus het weer is wat beter te plannen. Het wachten is ook nu weer op een goed weerraam. Vliegen: heen via Lissabon. Terug vanuit Engeland misschien via boot en trein? Of nog een stukje verder mee het kanaal in zeilen...

bottom of page